Zandvoort Beach for Amsterdam

Bezoek de Amsterdamse Waterleidingduinen of Nationaal Park Zuid-Kennemerland en ontmoet onze vijf wilde helden tijdens een prachtige wandeling of heerlijke fietstocht.

Herten

Zandvoortse damherten zijn overal! Natuurlijk in de Amsterdamse Waterleidingduinen, maar soms ook in je tuin. ’s Avonds willen ze ook nog wel eens in een kleine kudde over de boulevard lopen voor een avondwandelingetje, goed kijken dus! Damherten zijn te herkennen aan hun licht- tot donkerbruin gekleurde vacht met witte vlekken. Een staartje, wit met een zwarte streep vanaf de rug, zwaait vaak zichtbaar heen en weer. Het mannetjesdier heet een hert en een vrouwtjesdier heet een hinde. Damherten eten graag kruidachtige planten, struiken, boombladeren, eikels, kastanjes en paddenstoelen. Bij gebrek aan groen blad doen herten zich in de winter tegoed aan de bast van uiteenlopende bomen.

Wandelen tussen de herten

Wisenten

De wisent is het neefje van de Amerikaanse bizon en een verre verwant van de huisrund. In vergelijking met de huisrunderen hebben ze een veel slankere bouw, een hoge rug, korte, naar boven gekromde horens en een vrij egale kastanjebruine vacht. In de schaduw van een volwassen bos zijn ze dan ook moeilijk te ontdekken. Wisenten zijn goed aangepast aan een leven in een bosrijke omgeving, maar hebben naast bos ook grasland en struweel nodig voor voedsel. Met hun slanke bouw en hun korte, naar binnen gekromde horens, kunnen ze ook gemakkelijk door struikgewas en dicht jong bos bewegen. In Zandvoort is de wisent te bewonderen in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het bezoekerscentrum van het Nationaal Park organiseert regelmatig wandelingen naar deze oerrunderen.

Wisenten spotten

Konikpaarden

Nog zo’n oerheld: het Konikpaard. Een oorspronkelijk Poolse paardensoort, formaatje pony. Dit paardenras wordt meestal maar 1.40 meter hoog en een volwassen dier weegt 400 kilo. Het konikpaard is meestal grijs van kleur, maar soms kan dit paard ook bruin zijn en heeft een kenmerkende streep over de rug lopen. Je vindt de grijsbruine paarden in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De konikpaarden grazen in dit natuurgebied om de natuur te onderhouden. Ze worden vaak gekozen, omdat ze het gras een stuk korter houden dan andere grazers. Konikpaarden hebben namelijk zowel in hun boven- als onderkaak tanden.

Schotse hooglanders

De derde grote grazer in het rijtje is de Schotse Hooglander. Samen met de wisent en het Konikpaard wordt de Schotse hooglander ingezet als ‘instrument’ om de begroeiing in de Kennemerduinen te beheren. Een Schotse hooglander valt op door zijn langharige, roodbruine vacht en de haardos op zijn voorhoofd die voor z’n ogen valt. Wat verder opvalt aan de koe zijn z'n grote horens en z’n wat ongewone lichamelijke verhoudingen: het dier heeft korte poten en een korte nek ten opzichte van zijn kop en lijf.

Vossen

Met hun pluizige staarten en zwarte puntoortjes zijn ze geweldig om naar te kijken. De vacht van de vos is overwegend roodbruin; de buik en het puntje van de staart zijn wit. Een vrouwtjesvos noemen we een moer, het mannetje is een rekel. Bij zonsopgang en zonsondergang heb je de meeste kans om er eentje tegen te komen in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Ze zijn wat schuw, dus gewoon heel stil blijven zitten. In het najaar gaan de vossen op zoek naar hun eigen territorium. Vrouwtjes blijven dichter bij huis terwijl de mannetjes enkele kilometers afleggen tot ze een geschikt territorium vinden.